U bent hier
Waarom de logische coalitie tussen N-VA Malle en het kartel DBM-CD&V er niet komt
N-VA Malle reageert op de uithaal van voormalig burgemeester Harry Hendrickx. “We hebben begrip voor de emotionele reactie, maar we willen wel enkele onwaarheden rechtzetten,” klinkt het bij N-VA Malle.
Verkiezingsresultaten waren duidelijk.
N-VA steeg van 6 naar 8 zetels en van 22,8% naar 29,3%. Dat is een stijging van 6,5%. Burgemeester Sanne Van Looy was koploper met 1.600 voorkeurstemmen (tegenover 1.221 in 2018). DBM en CD&V, die samen als kartel opkwamen, haalden samen ook 8 zetels. Dat is samen 1 zetel minder als in 2018 (toen haalde DBM er 6 en CD&V 3). Elisabeth Joris kreeg 1.074 stemmen.
Voor N-VA was het duidelijk dat de kiezer de zittende meerderheid had beloond en dus was het kartel DBM-CD&V onze eerste gesprekspartner. Een verderzetting van de huidige coalitie was het uitgangspunt.
Te veel over postjes, amper over inhoud
N-VA wilde de gesprekken starten over inhoud en belangrijke dossiers. Dat was niet het opzet van het kartel DBM- CD&V. Zij hadden een onbegrijpelijk en onverantwoord voorstel: Sanne Van Looy moest de burgemeesterssjerp na 3 jaar afstaan. En dat met 1.600 voorkeursstemmen. Hallucinant, te meer omdat ook gegeven het nieuwe Decreet Lokaal Bestuur een dergelijke wissel quasi onmogelijk is. Als alternatief wou het kartel 4 van de 5 schepenmandaten. Voor N-VA was dit alles vanzelfsprekend onaanvaardbaar en een complete miskenning van de verkiezingsresultaten. Het werd een onaangenaam gesprek. Zo ga je niet om met een toekomstige coalitiepartner.
Enkele dagen na de verkiezingen kwam DBM-CD&V plots terug op het voorstel van mandatenverdeling. Een eerlijke 3-3 verdeling (waarbij N-VA de burgemeester en 2 schepenen mocht leveren, en DBM-CD&V 3 schepenen) werd afgesproken. Deze verdeling werd nog geen 36 uur later definitief van tafel gegooid met als excuus dat N-VA ook met andere partijen een verkennend gesprek had gevoerd. De insteek van deze redenering vonden wij opnieuw bijzonder. We kunnen ons niet van de indruk ontdoen dat de N-VA een intern personeelsprobleem van het kartel DBM- CD&V moest oplossen.
Op die manier werd het niet mogelijk om tijdens de periode van het N-VA- initiatiefrecht succesvol af te ronden, dat werd de burgemeester niet gegund. Teleurgesteld gaven we het initiatiefrecht na twee weken dan ook door aan Elisabeth Joris.
De kloof werd groter
We gingen ervan uit dat DBM-CD&V een meerderheid zou vormen met OostWest en Progressief Malle en dat de N-VA naar de oppositiebanken verwezen werd. We kregen echter een uitnodiging van DBM-CD&V om opnieuw te praten. Het uitgangspunt bleef de 4-1 verdeling van de schepenmandaten. Er werd verwezen naar een puntenverdeling. Voor alle theorieën valt iets te zeggen, maar de winnaar van verkiezingen in een minderheidspositie brengen is een complete scheeftrekking. Dan kiezen we nog liever voor een rol in de oppositie.
Na drie weken ontrolden de onderhandelaars van het kartel DBM- CD&V dan een nieuw scenario waarbij een derde partij (Progressief Malle) zou worden toegevoegd aan de reeds ruime bestuursmeerderheid. Voor N-VA was dit een brug te ver en hier zijn we elkaar definitief verloren. Deze zet getuigt niet enkel van onbegrijpelijke politieke fantasie (wie bedenkt dit toch?), maar ook van de onwil om de verkiezingsuitslag te respecteren. Plots was DBM-CD&V bereid om een schepenzetel af te staan. Echter niet aan de N-VA, waardoor deze numeriek in een nog zwakker positie komt te staan.
Dat er even hoog spel gespeeld wordt, daar kunnen we zeker tegen. Maar dat een dergelijk eis en attitude bijna 1 maand aangehouden wordt, getuigt niet van al te veel wil om te slagen.
Tijdens de gesprekken met het kartel kregen we de indruk dat niet de onderhandelaars, maar wel mensen op de achtergrond de lijnen uitzetten en echte beslissingen nemen. We stellen ons vragen bij deze strategie en bij de dominerende rol wie niet aan de onderhandelingstafel zat. We moeten er kunnen van uitgaan dat het hoofd van het onderhandelingsteam met gezag spreekt en dat de focus ligt op het vormen van een bestuursmeerderheid op basis van wederzijds vertrouwen, respect en een gedeelde visie op de toekomst van Malle. De komende bestuursploeg zal kunnen beschikken over een budget van bijna 200 miljoen euro, een ambtenaren korps van meer dan 300 mensen en over voldoende tijd om nuttige dingen te doen voor onze verenigingen, ondernemers en burgers. We kunnen het niet veroorloven om ons te laten gijzelen door enkelingen achter de schermen.
Het kartel DBM-CD&V gaf dan aan om een coalitie te verkennen met Progressief Malle en OostWest. Dat moet mislukt zijn want enkele dagen voor het einde van het initiatiefrecht van Elisabeth Joris keerde het kartel opnieuw met ons aan tafel. Niet omdat zij ons zo leuk vinden, maar omdat een alternatief niet mogelijk bleek te zijn. De uitnodiging kwam voor ons te laat.
Er is te hoog spel gespeeld waardoor het vertrouwen volledig zoek was. DBM-CD&V ging er van uit dat we te gehecht waren aan de burgemeesterssjerp. Dat zijn we ook, maar niet ten koste van alles. We hebben ook principes die we niet zonder meer aan de kant schuiven. We betreuren de mislukking want we kijken terug op een fijne loyale inhoudelijke samenwerking.
En nu?
Ondertussen lopen de onderhandelingen verder in serene sfeer en met focus op inhoud.